Slavernij: niet zo’n ver verleden
De slavenhandel wordt een van de zwartste bladzijden in de Nederlandse geschiedenis genoemd. Maar weet jij ook wat er precies gebeurd is? En wat vertel je je kinderen erover?
De Nederlandse slavenhandel duurde van 1621 tot 1863. Lang geleden? Het is maar hoe je het bekijkt. Volgens Britt-Marie van der Drift, coördinator educatie bij NiNsee (het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis), kan de oma van je oma slavin zijn geweest. Of slaven hebben gehouden. “Het is helemaal niet zo’n ver-van-mijn-bed-show”, zegt zij. En bovendien: op allerlei manieren zien we vandaag de dag iets terug van dat slavernijverleden. Kijk alleen maar naar onze bevolkingssamenstelling. Heb je je weleens afgevraagd hoe het komt dat er zoveel mensen afkomstig uit Suriname en de voormalig Nederlandse Antillen in Nederland wonen? En dat zij bijna allemaal Afrikaanse roots hebben?
De oma van je oma kan slaven hebben gehouden, of slavin zijn geweest
Heldhaftige schepen
Ik denk erover na als ik een tentoonstelling op de basisschool van mijn kinderen bezoek. Wekenlang werkten ze over het thema ‘Nederland’. Op een vrijdagmiddag mogen alle ouders de knutselwerkjes, muurkranten en video’s daarover bezichtigen. Mijn zoon laat vol trots zijn lapbook over de VOC en WIC zien. Prachtige plaatjes van heldhaftige schepen heeft hij uitgeknipt. Er staat ook tekst bij. Een Nederlands schip verovert voor de kust van West-Afrika een Portugees schip dat op weg is naar Zuid-Amerika, lees ik. Het scheepsruim blijkt vol te zitten met slaven – Afrikanen die door de Portugezen gevangen genomen zijn. Even draait mijn maag zich om. Wat een afschuwelijke geschiedenis zit hierachter! En tegelijk vraag ik me af: wat weet ik hier eigenlijk van?
Beperkte kennis
In het boek God is niet wit. Ons slavernijverleden, wat doen we ermee? van Gea Gort en Eva Mabayoye lees ik een mogelijke verklaring voor het feit dat ik naar weinig weet over deze historie. Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw werd door de overheid bepaald dat er op scholen aandacht moet zijn voor dit thema. “Dat betekent dat iedereen die vóór die tijd onderwijs heeft genoten een zeer beperkte kennis heeft opgedaan van het Nederlandse slavernijverleden.”
Arjan Plaisier – voorheen scriba van de Protestantse Kerk in Nederland en nu predikant in Apeldoorn en docent spiritualiteit aan de Protestantse Theologische Universiteit – is een van de mensen die in het boek aan het woord komen. Lange tijd was hij zich niet erg bewust van het slavernijverleden. Maar dat veranderde toen hij in 2011 een bezoek bracht aan het slavenfort Elmina in Ghana. In de zeventiende en achttiende eeuw was dit fort in handen van ons land. “Nederland nam het in bezit in de koloniale strijd en gebruikte het als ‘overslagplaats’ in de slavenhandel”, legt Arjan uit. “Vanaf deze plek zijn grote aantallen Afrikanen in Nederlandse schepen naar Zuid-Amerika vervoerd. Daar werden ze verplicht te werken op plantages.”
Christelijke overtuiging
Het bezoek maakte grote indruk op Arjan. Ook doordat hij in het fort een kapel tegenkwam. “Die was gelegen boven de vertrekken voor de slaven”, vertelt hij. Dit trof hem: “Nederlanders hielden kerkdiensten, terwijl er mensen onder hen in een benarde situatie gevangen zaten! Ze vereerden God en tegelijkertijd onderdrukten ze mensen. Er was ook nog een steen overgebleven waarin gegraveerd stond: ‘Sion is des Heeren ruste. Dit is Zijn woonplaats in eeuwigheid’. Hoe is het mogelijk?”
“Nederlanders vereerden God en tegelijkertijd onderdrukten ze mensen. Hoe is het mogelijk?”
De vraag die hem bleef bezighouden was: hoe hebben mensen dit vanuit een christelijke overtuiging kunnen doen? Arjan concludeert dat het kwaad diep in de wereld zit: “De Bijbel leert ons dat ook: godsdienst en huichelarij gaan soms samen. Sommige mensen zeggen: slavernij is toch niet door Nederland bedacht? Dat is ook zo, het was er daarvoor ook al. Maar we kunnen niet anders dan de droeve constatering doen dat we op dit spoor zijn verder gegaan.”
Racisme
De slavernij van die tijd is gelukkig beëindigd – Nederland was overigens wel een van de laatste landen die ermee stopte. Volgens Britt-Marie, die bij NiNsee verantwoordelijk is voor de educatieve projecten, is het essentieel dat we kinderen erover vertellen. “Door het slavernijverleden te kennen, begrijp je de samenleving beter. Het draagt bij aan je identiteitsvorming en het leert je na te denken over de vraag: wie ben ik ten opzichte van de ander? Daar heeft elk kind baat bij. Elke volwassene ook trouwens.”
Het slavernij- en koloniale verleden heeft nog steeds invloed op ons leven nu, ziet Britt-Marie. “Het heeft eeuwenlang bestaan, de nawerking ervan raak je niet zomaar kwijt. Het heeft zijn doorwerking, onder andere in ons gedachtegoed. Tot voor kort zongen we kinderliedjes als ‘Moriaantje zo zwart als roet’. Of gebruikten we het woord ‘neger’. Voor veel Afro-Nederlanders is dit kwetsend, want het stamt uit de slaventijd: mensen die tot slaaf waren gemaakt, werden zo genoemd.”
“Slavernij heeft eeuwenlang bestaan. De nawerking ervan raak je niet zomaar kwijt”
Er is veel onwetendheid, constateert ze. “Vaak wordt er vanuit een Eurocentrisch perspectief over de geschiedenis gepraat,” zegt ze. “Neem Amsterdam, daarover wordt vooral verteld dat het vroeger een machtige, rijke stad was. Maar die pracht en praal van de grachtengordel hebben een keerzijde. Vaak wordt er niet bij verteld hoe we zo rijk zijn geworden.”
Uit verschillende persoonlijke verhalen in het boek God is niet wit blijkt ook dat veel Nederlanders van Surinaamse en Antilliaanse afkomst het slavernijverleden bij zich dragen. Binnen families leven de verhalen nog en worden ze doorverteld. En Britt-Marie benadrukt dat er ook in Nederland nog steeds sprake is van discriminatie en racisme. “Daar zijn talloze voorbeelden van. Etnisch profileren komt bijvoorbeeld veelvuldig voor. Neem de rapper Typhoon, die vanwege zijn dure auto in combinatie met zijn huidskleur, staande werd gehouden door de politie. Ook weten we dat er ongelijke kansen zijn, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt.”
Veelkleurige kerk
Arjan geeft aan dat hij van de slavernijgeschiedenis wil leren: “Achteraf is het gemakkelijk het kwaad van iemand anders aan te wijzen. We moeten ons afvragen: wat is in ons leven hypocriet? Waar knijpen we een oogje toe? Ook de huidige wereldorde is onrechtvaardig. Het zijn nu niet zo zeer mensen, maar het is kapitaal dat over de wereld vliegt. De rekening van onze welvaart ligt elders, daar worden lokale economieën kapot gemaakt. Dat maakt me triest. De Heilige Geest is nodig om tot ware menselijkheid te komen.”
“Ook de huidige wereldorde is onrechtvaardig”
“Op begripsniveau zijn we het vaak wel met elkaar eens: racisme is fout”, gaat de predikant verder. “Zeker als christenen weten we dat we allemaal gelijk zijn. Dat was ook het sprankelende van de eerste christelijke gemeenten: de verschillen tussen mensen werden overruled door iets wat groter en belangrijker is. Die gelijkheid zit in ons DNA. Ik geloof dat veel christenen dat ook in alle oprechtheid zo beleven. Maar toch zijn er bijvoorbeeld maar weinig echte contacten tussen witte en migrantenkerken. Dat is jammer. Ik denk dat we kritisch naar onszelf moeten kijken. Hoe blij zijn we met veelkleurigheid? Hebben we misschien toch onbewuste vooroordelen? De kerk is geen witte aangelegenheid, maar zo veelkleurig. We doen onszelf ongelooflijk tekort als we ons daarvoor afsluiten.”
De feiten Wat moeten we weten over ons slavernijverleden? In een notendop: – De Nederlandse slavenhandel begon in 1621. Toen werd de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. De WIC-schepen werden gebruikt in de oorlog tegen Spanje en Portugal. Deze landen roofden al langer mensen uit Afrika. Al snel deden andere Europese landen, inclusief Nederland, hetzelfde. – De WIC nam slavenforten langs de kust van West-Afrika in bezit. De grootste en bekendste is fort Elmina in Ghana. De Nederlanders kochten Afrikanen van Afrikaanse handelaren (met textiel, koper, geweren enzovoort) om ze vervolgens als slaaf naar Nederlandse koloniën, zoals Suriname en de Antillen, te verschepen. – De handelaren behandelden de slaven onmenselijk. Ze werden gebrandmerkt, families werden van elkaar gescheiden. Ze werden niet meer als mensen gezien, maar als een goed dat geld opbracht. Op de schepen zaten ze vast met ketens. Zieke slaven werden overboord gegooid. – Eenmaal aangekomen in Zuid-Amerika werden de slaven gedwongen te werken op bijvoorbeeld suiker-, koffie of katoenplantages. Ze hadden geen rechten: ze waren het bezit van hun baas. – Vooral in de eerste eeuw van de Nederlandse slavernij werd een schrikbewind gevoerd. De slaven werden ‘klein’ gehouden, onder andere met zware lijfstraffen. Ook werd hun naam afgenomen en kregen ze een Nederlandse naam. Afrikaanse cultuur en een gezinsleven werden verboden. Iedere slaaf kon doorverkocht worden, ook als je een partner of kinderen had. – Rond 1770 was de Nederlandse slavenhandel het grootst. Toen werden jaarlijks 6000 slaven vervoerd. – Aan het einde van de achttiende eeuw begonnen steeds meer mensen slavenhandel af te keuren. In 1814 stopte Engeland met slavenhandel. Nederland was een van de laatste Europese landen die slavernij afschafte: op 1 juli 1863. – In totaal zijn door alle Europese landen minstens twaalf miljoen Afrikanen tot slaaf gemaakt. Nederland vervoerde in totaal ten minste 550.000 slaven. – In 2002 kwam het eerste slavernijmonument, in het Oosterpark in Amsterdam. Jaarlijks wordt hier op 1 juli de afschaffing van de slavernij herdacht. Bronnen: De canon van Nederland. De vijftig vensters voor kinderen van Frits van Oostrom (Stichting entoen.nu) en God is niet wit. Ons slavernijverleden, wat doen we ermee? van Gea Gort en Eva Mabayoje. |
Tips – Check met je kinderen websites als www.slavernijenjij.nl en www.samsam.net/slavernij-geschiedenis. – Als je op www.schooltv.nl zoekt met het woord ‘slavernij’ vind je allerlei educatieve filmpjes voor verschillende leeftijden. – Heel mooi is het historische jeugdboek De reis van Syntax Bosselman. Verhalen over de slavernij van Arend van Dam. Bedoeld voor tien- tot veertienjarigen. – Een aangrijpende film voor volwassenen is Amistad (1997). De film, gebaseerd op waargebeurde gebeurtenissen, gaat over een schip met slaven op weg naar Cuba. |
Tekst: Elleke van den Burg-Poortvliet.
Dit artikel is in juni 2018 verschenen in het opvoedmagazine Jente, een uitgave van Royal Jongbloed BV.