“Als er ook maar één kind zijn angst voor rekenen kwijtraakt, ben ik blij”

Marleen van de Wetering was als kind absoluut geen kei in rekenen. Sterker nog: ze kan zich het gevoel van onmacht op school nog levendig voor de geest halen. Nu is ze auteur van de rekenmethode Alles Telt Q. Haar verklaring? “Misschien ben ik stiekem wel een beetje een idealist.”

“Wat is er nou interessant aan mijn verhaal?” aarzelt Marleen van de Wetering. De koffie staat voor ons op tafel en ons gesprek is amper begonnen. Ze heeft wat aanmoediging nodig, maar steekt dan toch van wal. Gelukkig maar, want dan blijkt hoe groot haar hart voor onderwijs is.

Een lege huishoudspaarpot

“Ik ben geen rekenfetisjist, ik ben een onderwijsmens”, begint ze. “Ik vind het interessant om na te denken over de vraag: wat zorgt ervoor dat we tot leren komen? Rekenen is daar een mooi vakgebied bij. Het gaat daarbij niet alleen om sommen maken, maar ook om redeneren en nadenken. Dat is wat we in onze maatschappij nodig hebben: mensen die goed nadenken. Stiekem ben ik misschien wel een beetje een idealist.”

“Neem het rekenen met geld, een onderdeel van meten en meetkunde. Op dat gebied is veel veranderd. Ik kan me nog goed de huishoudspaarpot van mijn moeder herinneren. Die had aparte gleuven voor verschillende doelen: eten, kleding enzovoort. Mijn moeder wist: als mijn huishoudspaarpot leeg is, is mijn geld op. Tegenwoordig hebben we dat besef minder. Wie heeft nog contant geld in zijn zak? Het is minder vanzelfsprekend om je af te vragen: heb ik wel genoeg? Als we kinderen leren rekenen is het belangrijk om met hen ook over dit soort onderwerpen te praten.”

“Bij rekenen gaat het niet alleen om sommen maken, maar ook om redeneren en nadenken”

Trucje

Marleen was vroeger op school helemaal niet zo goed in rekenen. “Ik had vaak een groot gevoel van onmacht. Zodra ik het trucje doorhad, ging het wel, maar sommigen dingen … Delen met breuken is vermenigvuldigen met het omgekeerde. Of andersom? Ik weet nog steeds niet precies hoe het zit. Ik ben rekenen pas gaan begrijpen toen ik zélf lesgaf.”

Toen Marleen al jaren voor de klas stond, volgde ze de studie Master SEN (nu Master EN), en daarbinnen het profiel rekenspecialisatie en dyscalculie. Ze weet nog dat ze in die tijd een meisje in groep 7 begeleidde en een bijzonder gesprek had. “Ze vond rekenen moeilijk. Ik zei: dat is balen, want op school krijg je veel rekenen en je hebt het voor veel nodig. Ze kon me vervolgens goed uitleggen wat haar strategieën waren in dit vak waar ze de ballen van snapte: snel de antwoorden opschrijven als de leerkracht iets uitlegde en die later gebruiken, of bij haar buurman kijken als ze een som niet snapte. Wat bleek? Ze kwam ermee weg. Ze was alle plezier in rekenen kwijtgeraakt, en niemand had het door.”

Wat werkt voor jou?

Met Alles Telt Q heeft Marleen een missie: ze wil kinderen plezier in rekenen geven. “Als de methode ervoor zorgt dat er ook maar één kind zijn rekenangst kwijtraakt, ben ik blij. Of een leerkracht, want ook dat is nodig. Veel leerkrachten vinden rekenen niet het leukste vak om te geven.”

“De theorie over fixed en growth mindset van Carol Dweck past mij als een jas”, vervolgt ze. “We kúnnen groeien en leren, onze ontwikkelingsmogelijkheden zijn enorm. De Britse professor Jo Boaler past het gedachtegoed toe op rekenen: mindset math. Volgens haar moeten we kinderen ruimte en vertrouwen geven. Oplossingen voor een rekenprobleem kunnen van linksom of van rechtsom komen – het gaat om de vraag: wat werkt voor jou? Het is belangrijk soms tegen je klas te zeggen: ‘Laten we eens samen kijken naar deze opgave. Hoe heb jij dit aangepakt? En jij, en jij?’ Zo ontstaat een positieve sfeer. Ik bedoel niet dat leren rekenen alleen maar leuk is. Het betekent vaak volhouden, de kaken op elkaar. Maar het is wel belangrijk dat kinderen beseffen: een fout is niet het einde van de wereld.”

“Als leerkrachten enthousiast over rekenen zijn, kunnen kinderen dat ook worden”

Mensen die nooit opgeven

Marleen vindt de rol van leerkrachten essentieel: als zij enthousiast over rekenen zijn, kunnen kinderen dat ook worden. “Als je diep vanbinnen zelf angst voor rekenen voelt, moet je het toch gewoon gaan doen”, adviseert ze. “Oefening baart kunst. Je bewijst jezelf een dienst door af en toe buiten je comfortzone te stappen.”

“Iedereen kent wel verhalen over kinderen die onverwachts vooruitgang boeken”, besluit ze. “Ze bereiken dat bijna altijd dankzij mensen om hen heen. Volwassenen die vragen ‘hoe kunnen we je helpen?’ en nooit opgeven. Die gun ik ieder kind.”

Interview: Elleke van den Burg-Poortvliet.
Dit artikel is in maart 2020 verschenen in het eenmalige rekenmagazine ‘Jij telt. Over het rekenen van nu’ van ThiemeMeulenhoff.